woensdag 26 november 2008

Potosi










Na enkele dagen in Sucre nemen we de bus naar onze voorlaatste bestemming in Bolivië: Potosi, de zilverstad. De bus vertrok normaal gezien om half 4, maar door een technisch defectje moet de bus eerst naar de garage voor reparatie. Volgens de chauffeur een werkje van 20 minuten, maar wanneer we de as van de bus op de grond zien liggen en de motorblok eruit wordt getakeld zien we de bui al hangen... En inderdaad om kwart na 6 zijn we terug op weg :). Bolivië, het blijft een goeie oefening in geduld bewaren!

In Potosi draait alles rond de zilvermijnen, in 1544 werden er in de berg "Potosji" enorm rijke zilveraders ontdekt door de Spanjaarden. De berg was zo rijk aan zilver dat de volledige spaanse (en ook Europese) economie draaide op de jaarlijkse aanvoer van zilver uit Potosi (voor de Hirs: dit is de zilverregen waar de prof van geschiedenis het steeds over had). De stad groeide dan ook snel en was in de 16e en 17e eeuw belangrijker dan Londen en Parijs. Tegenwoordig zijn de mijnen nog steeds in gebruik, maar de opbrengst daalt snel en het zilver is van slechte kwaliteit.

De eerste dag in Potosi bezoeken we de kathedraal (die al 5 jaar in restauratie is:)) en het Munthuis, waar de zilveren munten voor het Spaanse rijk geslagen werden. We dwalen rond in het gezellige stadje (eveneens UNESCO werelderfgoed) en regelen een bezoekje aan de beroemde mijnen voor de volgende dag. Volgens de trotter: "een must voor wie Potosi echt wil beleven." En ze krijgen gelijk...

De volgende dag staan we om half 9 klaar voor ons bezoek. Eerst krijgen we een uitrusting toegewezen: broek, vest, laarzen, helm, stofmasker en zaklamp. Vervolgens gaan we naar de mijnwerkersmarkt om geschenken te kopen voor mijnwerkers. Het gaat hier dan niet braafjes om sigaretten of chocolade, neenee, dynamiet, ontstekers en cocabladeren zijn beter geschikt! Ge kunt hier op straat gewoon staven dynamiet kopen en brandversnellers bij een lokaal omaatje. Osama moest het weten!

De volgende stop is de raffinaderij. Hier worden zilver, zink en lood uit de stukken steen gewonnen. In het "labo" staan potten Cyanide en andere gifstoffen in open potjes te dampen. De mannen hier werken zonder masker of handschoenen alsof het over potjes pudding gaat... Het (knalrode) afvalwater wordt ook rechtstreeks in de rivier gedumpt. Veiligheid en milieu zijn hier duidelijk geen issue!

Tot slot gaan we de mijn zelf binnen. Claustrofobisch! Er is geen enkele vorm van ventilatie, dus overal hangt er een dikke stof- en gaswolk. Bovendien zitten we hier op een hoogte van 4300 meter en bedraagt de temperatuur ongeveer 30º C, ademhalen is dus moeilijk. We kruipen letterlijk op handen en voeten door de nauwe stoffige gangen en dalen steeds dieper af in de mijn. Best om niet te hard na te denken over wat er allemaal fout kan gaan hier beneden... Ondertussen passeren de karretjes met erts en zien we de mijnwerkers aan het (harde!) werk. De mijnwerkers werken er gedurende 10u per dag, 7 dagen per week. Ze werken er in het donker, tussen het stof en de giftige dampen zonder enige vorm van bescherming. De meesten beginnen al van hun 14 jaar in de mijn te werken en gaan rond hun 45 jaar met pensioen. Tegen die tijd zijn hun longen dus volledig kapot. De gemiddelde levensverwachting voor de mijnwerkers ligt dan ook maar tussen de 50 en de 60 jaar. Toch werkt er maar liefst 10.000 man in deze mijnen! Niet omdat er hier zulke grote kapitalen te verdienen zijn (+/-150€ per maand) maar omdat er gewoonweg geen andere jobmogelijkheden zijn.

Na 2 uurtjes komen we opgelucht terug aan de oppervlakte en sluiten we de toer af met een knal. De gids laat een staaf dynamiet op een afstandje ontploffen, geweldig! Daarna terug naar de stad voor een broodnodige douche :).

dinsdag 25 november 2008

Sweet, sweet Sucre









Maar liefst dertien uur waren we on the road om van La Paz naar een ander UNESCO pareltje te trekken: Sucre. Wel de beste bus van het hele traject tot nu toe! Ge lag feitelijk gewoon in een bed, alleen die vervelende, gedubte karate-films moest ge erbij nemen. :) Op aanraden van andere reizigers komen we in een pracht-hostal terecht die gerund wordt door een frans-zwitsers koppel. Een grote (en zuivere!) kamer, een zalig terras met hangmat en een keukentje om ons eigen potje nog eens te koken.

Sucre wordt ook wel de "witte stad" genoemd, zowat het Ostuni van Zuid-Amerika. :) De bewoners worden verplicht hun huizen wit te verven en de daken rood, samen met het zonnetje dat hier praktisch altijd schijnt geeft dit een waar vakantiegevoel! :) Daarnaast is hoogbouw verboden en is heel de stad beschermd door het UNESCO. Veel moois te zien hier dus!

We proberen al de museum- en kerkbezoekjes op 2 dagen in te plannen. Zondags is hier alles namelijk toe, het is zelfs moeilijk om dan een restaurantje te vinden. Ook tijdens de siesta tussen 12 en 14.30u valt er in de stad niets te beleven. Het lijkt wel alsof we de enigste touristen zijn in heel Sucre, we komen enkel zeer vriendelijke locals tegen!

Op zondag staat er een mountainbike tripje op het programma. Het eerste uur is zwaar afzien: steil omhoog om de stad uit te geraken. Niet dat ik klaag over het weer, maar bij 30 graden is dat nog vermoeiender! We bezoeken onderweg het Cal Orck'o park. 65 Miljoen jaar geleden was dit blijkbaar de place to be voor dinosaurussen. Maar liefst 6000 ´voet´sporen van ongeveer 150 verschillende soorten dinosaurussen werden er teruggevonden! De afdrukken zijn in de oever van het toenmalige meer blijven staan en door de vorming van de Andes is deze oever vertikaal gaan staan. Supercool! Vooral freddie werd wild :)

Na dit National Geographic tussenstopje werd er weer gefietst. Alhoewel het de volgende 3u vooral downhill was... Heerlijk uitwaaien dus! En dit in een ongeloofelijke setting en met het zonnetje op onze snoet. Fantastisch!

Op naar de hoofdstad van Bolivië!









Bussen in Zuid-Amerika; altijd afwachten wat dat wordt! Ons ticketje Copacabana - La Paz bleek dubbelboekt... Als geluk bij een ongeluk mochten we pal langs de sympathieke chauffeur zitten. Gordels dat kennen ze hier niet, maar ach ja what a view! Het is een prachtige route langs het Titicacameer, vooral de ´ferry´ was weer een hilarisch stukje Bolivië. Wij verwachten hier ne serieuze boot waar alle bussen, auto´s en vrachtwagens oprijden. Maar niets is minder waar... Wij worden gevraagd uit te stappen en met een klein motorbootje over te steken. De bus zelf wordt op een platte schuit gereden en dan met houten palen voortgeduwd. Ongeloofelijk!

La Paz zelf is ook zeer verrassend! Veel chaotischer, kleurrijker en authentieker dan Lima. We hebben vooral veel gecultuurd hier. Keuze uit museums en kerken te over! We struinen veel door de stad, want er is overal wel iets te zien en te beleven. Vooral de witches- en negromarket zijn opmerkelijk! De heksenmarkt bestaat uit tal van drankjes en mengsels die voor allerhande kwaaltjes dienen, van rugklachten en liefdesverdriet tot de menopauze :) You name it! Ongeloofelijk wat ze in die mengseltjes kappen, we zien hier vermalen slangenhuid, lama-foetussen, gedroogde kikkers en natuurlijk alle mogelijke kruiden en planten. Harry Potter kan er nog iets van leren! De negro-market is herkenbaarder voor ons, doch ietwat ongebruikelijk. Alles, maar dan ook alles is gewoonweg op straat te koop. Badkuipen en wc-potten, hondenbrokken per 100gr, spijkers, 1 smsje, .... En het krioelt hier van de mensen. Fascinerend!

We bezoeken ook de ruines van Tiwanaku die op een paar uurtjes van La Paz liggen. Het is een gigantische site die dateert van voor de Inka´s. Helaas ligt het grootste deel van deze ruines nog onder de grond wegens geldgebrek van de Boliviaanse overheid. Over pakweg 15 jaar zal dit waarschijnlijk zijn uitgegroeid tot het Machu Picchu van Bolivië.

We zijn ondertussen ook op de helft van onze trip gekomen en dit vieren we toepasselijk met een ´Belgische avond´. Een pintje (stella!), bitterballen begot en de laatste nieuwe Bond 007. De sfeer in de cinema was optimaal, het verhaal speelt zich namelijk grotendeels in Bolivië af. De reacties uit het publiek waren zalig!

Na 4daagjes La Paz zetten we onze reis weer voort naar Sucre. Wordt vervolgd....

Peru ex, Bolivia in!







Op 14 november, na exact een maand in Peru te zijn geweest, verlaten we Puno en gaan we op weg naar Copacabana, net over de Boliviaanse grens. De bus vertrekt om 07.00u (geeuw) en na 2 uurtjes komen we aan de grens waar we eerst de nodige Peruviaanse stempels moeten krijgen en daarna hetzelfde herhalen aan de Boliviaanse kant. De grensovergang vormt geen probleem (behalve dat karo haar ingangsbewijs Peru kwijt was, verrassend!) en we zijn snel terug op weg in een nieuw land, spannend!

Rond de middag komen we aan in Copacabana, een klein stadje aan het Titicacameer. Het strand in Rio de Janeiro is genaamd naar de beschermheilige van dit stadje. We zoeken een degelijk hotelleke (Bolivië is goedkoop genoeg om extra luxe te kunnen veroorloven, wauw een warme douche!) en gaan dan direct op pad. In een lokaal stalleke proberen we een van de 25 soorten "trucha", verse forel uit het meer. Daarna zijn we een paar uur zoet met zoeken naar ... wisselgeld! Wanneer we in een cafeetje onze koffie willen betalen (12 Bolivianos) met een briefje van 50 Bolivianos (BOB), zo'n 5€, blijkt dit onmogelijk. Zelfs de bank kan het niet wisselen voor kleinere coupures! Na meer dan een uur krijgen we de klus eindelijk geklaard, time flies in Bolivia!

De rest van de dag vullen we met het boeken van een (nog een) tour op het meer, het bezoeken van de mooie kathedraal en natuurlijk onze smaakpapillen te verwennen. De volgende dag staat het Isla del Sol op het programma, een klein eiland in het meer met enkele inca ruines. De boot vertrekt rond 9u en komt (pas) om 12u aan op het eiland. Het eiland zelf doet opnieuw denken aan de Griekse of Kroatische eilanden en is alleen te voet toegankelijk. We bezoeken de ruines en wandelen gedurende een aantal uren over het zonnige eiland op 3500 meter hoogte, vermoeiend! We bekronen onze prestatie dan ook met een welverdiend pannekoekje :). Rond 4u varen we terug naar Copacabana waar we op het gemak iets gaan drinken en dan eten zoeken. We slenteren nog wat rond en gaan dan richting hostel, moe maar tevreden.

De volgende dag zijn we 's ochtends getuige van een lokaal spectakel: autozegeningen. Op zondag laten de mensen van Copacabana hun auto zegenen door de priester. De auto's rijden, versierd met bloemen (indien mogelijk assortie met de kleur van de wagen), in een lange rij naar de kathedraal waar ze met wijwater, confetti en bier of champagne besprenkeld worden. Geweldig amusant om te zien, zelfs de oudste wrakken krijgen zo´n luxe-treatment! Rond de middag keren we terug naar de hostel om de bus naar La Paz te nemen.

donderdag 13 november 2008

Puno en het Titicacameer





Na een korte nachtrit komen we om half 5 's nachts aan in Puno. Het is eerder een lelijke stad die volledig gebouwd is met bruine kleisteen, zodat er weinig kleur is in het straatbeeld. Als we in onze hostel aankomen vallen we meteen terug in slaap tot een uur of 11. (Heerlijk!) We hossen wat rond door Puno en besluiten om in de namiddag naar de ruines van Sillustani te gaan, een paar kilometer buiten Puno. Onderweg blijkt duidelijk waarom dit een van de armste regio´s is van Peru: het landschap is kaal en droog, maar het blijft prachtig!
Sillustani is een begraafplaats uit het pre-inca tijdperk, gelegen aan een klein meer in de vorm van een halve maan (niet het Titicaca meer). Er staan een 50tal torens die de mummies bevatten van overleden notabelen. Uniek en zeer mooi met het meer op de achtergrond! Voorts waren er ook de obligate tempels voor zon en maan, al was daar bijna niets meer van over. Na de ruines bezoeken we nog een van de typische huisjes, maar daar zijn we snel weer weg wegens onïnteressant. 's Avonds drinken we enkele pintjes en eten local cuisine: alpaca-steak. Tasty!

De volgende dag vertrekken we al om 7u met een bootje, de Pusi II (da´s een keer iets anders dan Aquila:)), naar het beroemde Titicacameer. Het hoogste bevaarbare meer ter wereld (170 km lang en 60km breed) op een hoogte van 4000 meter. Eerst staan de drijvende eilanden van de Uros op het programma. Deze eilanden zijn gemaakt van het riet dat op het meer groeit en ook de huizen en boten van de bewonders zijn van dit riet gemaakt. Thor Heyerdahl inspireerde zijn Kon Tiki hierop. Vroeger leefden de Uros, een volkstam uit de Andes, op deze eilanden, maar deze zijn sinds de jaren '50 uitgestorven en hun plaats werd ingenomen door een ander volk, de Aymara. Na 20 minuten komen we op het eiland aan en, u raadt het al, een enorme tourist trap. We worden verwelkomd door de "president" van het eiland die ons de plaatselijke gewoontes uitlegt. De hele eilandgemeenschap werkt samen en deelt alles, ze leven van de visvangst en van onderlinge ruilhandel. De gids raadt ons aan de mensen geen geld te schenken, maar dingen die ze kunnen ruilen zoals pennen en eten. Op de vraag of men de handwerkjes die er gemaakt worden ook met dollars kan betalen antwoordt de president echter breedglimlachend positief :).
Vervolgens varen we nog 2u verder naar het eiland Taquille, dit eiland doet veel denken aan de eilanden voor de kroatische kust. Het is een dor landschap met enkele eucalyptusbomen, er rijden geen auto's noch fietsen en op de top is er een klein dorpje. Het donkerblauwe water van het meer zorgt voor een schitterende achtergrond. We scheiden ons af van de groep om te ontkomen aan een lokaal zang- en dansspectakel en wandelen een tweetal uurtjes over dit rustige eilandje. We picknicken met zicht op het meer en rond half 2 sluiten we weer aan bij de groep. We wandelen terug naar onze boot en varen dan 2.5u terug naar Puno.

Het was ons plan om de volgende ochtend door te reizen naar Copacabana in Bolivia, maar door een staking is de weg afgesloten (again!) en zitten we vast in Puno. We besluiten dan maar om cocktails te gaan drinken!

Machu Picchu








Lieselotte en Maarten zijn naar huis :( Nu staan we er met ons tweetjes voor! Hoewel dat echter zelden het geval is. We komen constant andere reizigers tegen, meestal rond onze leeftijd dus da´s altijd fun! Vooral de enorme troepen Israëliers vallen op, niet altijd in de goede zin van het woord. Het beloofde land lijkt wel leeg te lopen :)

We zijn vrijdagnamiddag vertrokken met bestemming Machu Picchu. We hebben eerst de collectivo genomen naar Ollyantamtambo. Altijd een avontuur zo´n collectivo: wat varkentjes op het dak en zeker het dubbel van het aantal toegelaten passagiers. Tijdens zo´n ritje wordt er ook altijd vanalles aangeprezen. Schoolboeken, eten en drinken, dvd´s, maar meestal middeltjes die tegen alles goed zijn: hoofdpijn, misselijk, hoogteziekte, krampen, en zelfs impotentie! Dat ze dat bij ons nog niet hebben!

Twee uurtjes later en lichtjes verkrampt door de krappe zitplaatsen zijn we in Ollyantamtambo aangekomen. Onze trein naar Aguas Calientes vertrekt pas over een kleine twee uur, dus ruim de tijd om nog lekker te gaan eten. Om half 11 komen we aan in Aguas Calientes. Precies een dorpje uit een western-filmpje, het treinspoor loopt dwars door het dorp. Aangezien we de volgende morgen om 4u al uit de veren moeten zijn voor onze wandeling naar de Machu Picchu gaan we onmiddelijk slapen.

Natuurlijk overkomt ons ongeveer het meest typische: we overslapen ons. Op dat vlak zijn we dus nog duidelijk niet veranderd! :) ´T is al 5u, dus rushen we maar richting de bushalte. Er staat zeker al 200 man aan te schuiven. We raken toch nog om 05.45u aan de inkom, maar van ons ambitieuze plan om als eerste op de site te staan is echter geen sprake meer. We geraken wel nog bij de eerste groep om de Wayna Picchu te beklimmen, dit is de steile bergtop die je ziet op de typische foto's van Machu Picchu. Een stevig stukje klimmen, maar wat een uitzicht! We hebben superveel geluk met het weer, stralende zon! Gisteren was de Wayna Picchu nog afgesloten wegens te gevaarlijk vanwege de regen.
Na de afdaling genieten we van onze (verboden) picknick with view! Daarna verkennen we de rest van de site. We pikken af en toe wat extra info mee van de gidsen van andere groepen, toch handig dat we zowel een beetje frans, duits als engels verstaan :) We hadden een beetje schrik dat de Machu Picchu wat ging tegenvallen, we hebben immers al zoveel inka-ruines gezien. Maar vooral de omgeving en de grootte van deze site zijn fenomenaal. Volledig verborgen tussen de bergen en er is nog zeer veel recht blijven staan van de stad. Terecht één van de zeven wereldwonderen!

In plaats van de wandeling naar boven wandelen we dan maar terug richting dorpje rond een uur of 4. Onderweg nog ergens een fris pintje gedronken op de plaatselijke "camping": een grote tuin volstaat. Creatief die peruvianen! Als afsluiter van de dag gaan we nog naar de warmwaterbronnen van Aguas Calientes (what´s in a name!). Niet echt aanlokkelijk: een naar rotte-eieren stinkend (zwavel) badje in een grijze kleur. (No way dat Chub hier ooit in zou kruipen! :)) Maar we wagen de duik en het doet welliswaar deugd aan onze spieren!

De volgende morgen zitten we om 05.35 alweer op de trein richting Ollyatantambo-Cusco. Deze avond reizen we nog door naar Puno. Onze laatste halte in Peru!

vrijdag 7 november 2008

Me gusta la moto!














Na twee dagen de heilige vallei op de normale manier (lees busje in, busje uit) te ontdekken, vonden we het wel tijd voor iets origineels! L&M, motards in hart en nieren (en dus de enigen met een rijbewijs), stelden voor om motors te huren en er een dagje op uit te trekken. En of dat een goei idee was!

We huurden drie motors en een gids. Ik kon bij Maarten achterop, Fré achterop bij de gids en Lieselotte had een motor voor haar alleen. Na het testrondje, de tankbeurt en de uitstippeling van de route waren we rond 9u on the road! Wat een vrijheid na al die bussen! De bedoeling is om de touristische plekjes die we nog niet bezocht hebben de laatste dagen of die moeilijk te bereiken zijn met het openbaar vervoer vandaag met een bezoekje te vereren.
We rijden een uurtje of twee richting Moray. Eerst op de hoofdweg, maar al snel gaan we offroad van dorpje naar dorpje. Zoveel interessanter en indrukwekkender! Onderweg worden we tegenghouden door een stel landbouwers (mannen, vrouwen en kinderen) die juist pauze hebben. Het land wordt hier nog bewerkt met ossen en een houten ploeg! Geen tractor te bespeuren op dit stukje binnenland. We worden uitgenodigd om een glas zelfgebrouwen (roze) maisbier mee te drinken. (Misschien nog een ideetje voor Inbev, Tommo?) De eerste slok denkt ge: "ok, warm maar drinkbaar" maar tegen slok 5 staat uw gedacht eerder op: hoe kan ik dat hier subtiel weggooien?! :) Wel een enorm grappige en leuke tussenstop! Na uitwisseling van sigaretten en snoepjes rijden we door naar Moray. Weer een Inka-idee om U tegen te zeggen. (Die mannen hebben toch wel gepresteerd op die 100 jaar dat ze aan de macht waren!) Moray is een agrarische site waar men door middel van concentrische (een moeilijk woord I know, maar de foto verduidelijkt!) terrassen trachtte verschillende gewassen te kweken. Er heerste nl. een verschillende temperatuur op die verschillende hoogtes.

Een platte band en een halfuurtje off road later komen we aan bij de indrukwekkende zoutbaden van Salinas. Een 100tal baden staan tegen de bergflank te verdampen, een mooi aanzicht! Dan patten we weer lekker door naar een hele hoop heerlijke empanadas als middagmaal in Pisac. En daar komt ook het wereldnieuws doorgesijpeld dat Obama verkozen is! Jippie!

In de namiddag komen de inka-sites Pikillacta en Tipon nog aan bod. Af en toe vallen er wel een paar druppels, maar voor de rest geen klagen over het weer! Na een helse tocht door het verkeer van Cusco, enkele bijna-doodservaringen en een pak adrenalinestoten later komen we weer aan in het centrum rond een uur of 6. Onze toch wel zeer stijve spiertjes en pijnlijke kont worden verwend met enkele welverdiende pintjes. Wederom een SUPERdag in Peru!

De Heilige Vallei revisited








Onze tweede bustoer neemt een volledige dag in beslag en groot is onze vreugde als onze gids opnieuw ons aller "Comedy Carlos" blijkt te zijn. Na alweer de nodige vertraging vertrekken we en onze eerste stop is een "mercado tipico", een ware tourist trap waar dezelfde rommel verkocht wordt als in Cusco. We vervelen er ons een uurtje en dan gaan we opweg naar halte nummer 2, jawel, een mercado tipico! De gids ontpopt zich tot "Commission Carlos" en wij vreten onze kas op. Na weer een uur verloren te hebben vertrekken we opnieuw. Voor alle zekerheid verzoekt Karo de gids "vriendelijk" om niet meer langs een mercado te passeren en met succes: de volgende halte is Pisaq, de belangrijkste ruines na Machu Picchu. Er zijn verschillende goedbewaarde tempels en enkele gebouwen waar de Inca's de sterren bestudeerden. Het is onmogelijk om de verschillende tempels en namen uit elkaar te houden, maar het is een prachtig complex.

Voor de lunch dropt Commission Carlos ons in een veel te duur restaurant met buffet formule, maar meer dan 1 keer aanschuiven is uit den boze, wederom een kleine domper. Na de lunch gaan we verder richting Ollantaytambo, een stevige vesting op de top van een berg waar de laatste Inca keizer de Spanjaarden een nederlaag kon toebrengen alvorens de jungle in te vluchten. Er is ook een tempel gewijd aan de zon die tevens dienst deed als astronomische kalender.

Als laatste doen we Chinchero aan, waar we een (lelijk) kerkje bezoeken en enkele grote incaterrassen kunnen bewonderen. Na een volle dag cultuur trakteren we onszelf op een lekkere pizza, onder het motto: mens sana in corpore sano!